Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen

Kan mortuariumpersoneel gebruik maken van kinderopvang?

Mortuariumbeheerders en hun medewerkers zijn, net als collega’s in de zorg, door de overheid aangewezen als cruciale beroepsgroep tijdens de Covid-19 uitbraak. Zij kunnen dus de komende periode gebruik maken van opvang voor hun kinderen op hun eigen school of kinderopvang, en zo helpen om de samenleving draaiende te houden.

Zie ook: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/cruciale-beroepsgroepen

Vragen over omgang met coronabesmetting na overlijden

De VMG adviseert mortuariumbeheerders:

Is iemand die is overleden aan het Coronavirus, nog besmettelijk?
Het RIVM heeft op deze vraag laten weten dat de kans op verspreiden via een overleden persoon is klein. Over het nieuwe Covid-19 virus is nog niet alles bekend, maar uit onderzoek bij coronavirussen in het algemeen blijkt dat het virus na overlijden van de patiënt bij lage temperaturen (door koeling) en hoge luchtvochtigheid nog tot 3 dagen na overlijden aanwezig zijn. Besmetting Het virus verspreidt zich door middel van minuscuul kleine vochtdruppeltjes via hoesten en niezen en dat is bij overledenen niet aan de orde. Besmetting kan alleen plaatsvinden bij onvoldoende handhygiëne of het niet dragen van handschoenen en andere beschermingsmiddelen.

Moeten mortuaria en hun medewerkers extra hygiëne maatregelen nemen?
Na overlijden kan er eventueel nog een klein vochtdruppeltje zijn bij het draaien van de overledene. Daarom is het noodzakelijk om beschermende kleding en een mondmasker te dragen tijdens de verzorging. Een chirurgisch mondmasker is in deze situatie voldoende. De overledene kan daarna gewoon opgebaard worden. Vraag aan de nabestaanden om de overledene niet te kussen en na aanraking goed de handen te desinfecteren.

Kan de zorg voor iemand die overleden is aan het Coronavirus gewoon worden verleend?
In beginsel kan de noodzakelijke en wenselijke zorg gewoon doorgaan zoals bij iemand die niet besmet is. De kans op verspreiding van het virus via een overleden persoon is klein. Ten aanzien van nabestaanden of verplegenden die nauw contact hebben gehad met de overledene dienen de algemene voorzorgsmaatregelen te worden genomen – zie hierna.

Moeten in contact ziekenhuispersoneel, vervoerders of nabestaanden extra maatregelen worden genomen?
In contact met mensen die geen ziekteverschijnselen hebben, zijn de algemene maatregelen om kruisbesmetting te voorkomen zijn voldoende; denk aan in de elleboog hoesten en niesen, gepaste afstand houden, handen wassen en desinfecteren en waar nodig. Er is vooralsnog geen aanleiding om ziekenhuispersoneel, vervoerders of nabestaanden de toegang te ontzeggen.

Blijf de adviezen van RIVM en GGD dagelijks volgen en houd contact met het ziekenhuis voor het geval een aanscherping nodig is.

Maatregelen in contact met mensen die het virus dragen en/of ziekteverschijnselen hebben?
Mensen met ziekteverschijnselen en die het Corona-virus dragen, zijn besmettelijk. Direct contact met nabestaanden of ziekenhuispersoneel die het virus (vermoedelijk) hebben dient te worden vermeden en kan waar nodig worden vervangen door telefonie of digitale communicatie.

Wat te doen met ziekteverschijnselen bij mortuariummedewerkers?
Voor mortuariummedewerkers gelden dezelfde maatregelen als voor iedere andere burger. In deze is het verstandig om het hierna volgend stroomschema van het RIVM in acht te nemen: Stroomschema Coronavirus

Wat gebeurt er na overlijden in een zorginstelling?

Na het overlijden wordt het lichaam naar het mortuarium van het ziekenhuis gebracht. Het verplegend personeel of de mortuariumbeheerder verwijdert de eventuele medische hulpmiddelen (zoals infusen, katheters, stoma etc.) en verzorgt de eventuele wonden. Deze ‘noodzakelijke handelingen’ vergoedt de zorginstelling.
Verpleeghuizen en woonzorgcentra hebben meestal geen mortuarium. De overledene blijft op zijn kamer en de familie besluit waar hij naartoe zal worden gebracht. De verzorgende verricht de noodzakelijk handelingen (zoals hierboven omschreven) en de daaraan verbonden kosten komen voor rekening van de zorginstelling.
Daarnaast wordt gecontroleerd in het donorregister of de overledene organen of weefsels wilde doneren. Als dat het geval is worden nabestaanden om toestemming gevraagd. Dat geldt ook in het geval van obductie. De kosten die hiervoor worden gemaakt komen voor rekening van de zorginstelling.

Nabestaanden kunnen de mortuariumbeheerder of de verzorgende vragen om de overledene te wassen, te kleden, op te baren of rouwbezoek mogelijk te maken. Deze verrichtingen worden wenselijke zorg genoemd. Zij komen voor rekening van de nabestaanden.

De medewerkers van de zorginstelling overhandigen de eventuele persoonlijke bezittingen aan de nabestaanden of aan hun uitvaartverzorger. Zij informeren nabestaanden over de verdere gang van zaken.

Nabestaanden zijn altijd vrij in hun keuze voor een uitvaartverzorger; de mortuariumbeheerder en medewerkers van de zorginstelling mogen hierover niet adviseren! Indien het mortuarium wordt beheerd door een uitvaartondernemer mag deze niet actief acquireren voor de opdracht voor het verzorgen van de uitvaart.

Wat zijn ‘noodzakelijke handelingen’?

Noodzakelijke handelingen die de zorginstelling meteen na overlijden moet (laten) uitvoeren zijn vastgesteld door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA). Zij omvatten:

  • De schouw;
  • Invullen Verklaring van Overlijden (juridisch) en B-formulier (ten behoeve van het CBS);
  • Een laatste gesprek door de behandelend arts met de nabestaanden waarin toestemming wordt gevraagd voor donatie en/of obductie;
  • Raadplegen donorregister en invullen donatieformulier (ook indien geen donatie);
  • Het gereed maken van de overledene door de verpleging zodat er door de nabestaanden op een respectvolle manier afscheid genomen kan worden / voor een laatste bezoek op de afdeling door de nabestaanden. Dit houdt in, het voorlopig sluiten van de ogen en de mond, het verwijderen van bloed en braaksel, het inbrengen van de gebitsprothese, katheterzak verwijderen en het loskoppelen van apparatuur;
  • Nabestaanden informeren over de gang van zaken. Indien gewenst kunnen de nabestaanden aanwezig zijn of helpen met de laatste verzorging van de overledene;
  • Nabestaanden op de afdeling de gelegenheid geven afscheid te nemen;
  • Persoonlijke bezittingen overdragen aan de nabestaanden;
  • Identificatiemateriaal op het lichaam van de overledene aanbrengen (b.v. patiëntensticker, polsbandje);
  • Overledene gereed maken voor verder transport;
  • Overledene overbrengen naar daarvoor bestemde ruimte (mortuarium);
  • Infuuslijnen verwijderen;
  • Katheter en stoma verwijderen;
  • Openingen en incisies sluiten;
  • Bij donatie:
    • z.s.m. koelen
    • Identificatie lichaam voor donatie
    • Uitname weefsels en organen
    • Afplakken donatiewonden
    • Minimaliseren donatiesporen
  • Bij obductie:
    • z.s.m. koelen
    • Identificatie lichaam voor obductie
    • Uitvoeren obductie volgens aanvraag
    • Afplakken obductiewonden
    • Minimaliseren obductiesporen

Wie betaalt het verblijf in het mortuarium bij obductie of donatie?

Bij een langer verblijf in het mortuarium door obductie (op verzoek van de arts) of donatie van organen of weefsels worden de langere verblijfstijd en de kosten voor koeling van het lichaam en verblijf in het mortuarium in rekening gebracht bij de zorginstelling.

Wat is ‘wenselijke zorg’?

Bij een langer verblijf in het mortuarium door obductie (op verzoek van de arts) of donatie van organen of weefsels worden de langere verblijfstijd en de kosten voor koeling van het lichaam en verblijf in het mortuarium in rekening gebracht bij de zorginstelling.

Wat is ‘wenselijke zorg’?
Wenselijke zorg wordt verleend in opdracht van nabestaanden en is ook voor hun rekening. Wenselijke zorg omvat onder meer de volgende handelingen:

  • Het gebruiken van de mortuariumfaciliteiten door de rouwvervoerder, de uitvaartondernemer en/of de familie voor de zorg aan de overledene.
  • Het wassen van de overledene;
  • Haarverzorging evt. uitgebreid met specifieke wensen als knippen, krullen, watergolven, verven of verplaatsen;
  • Scheren;
  • Verzorging handen en nagels;
  • Lichte balseming (thanatopraxie)
  • Kleden;
  • Het verwijderen van een geïmplanteerd medisch hulpmiddel zoals een pacemaker, ICD of medicijnpomp;
  • Opbaren en faciliteren rouwbezoek;
  • Faciliteren rituele wassing, etc.

Wie verzorgt de overledene?

Nabestaanden bepalen wie de zorg verleent aan de overledene. Zij kunnen die zorg zelf verlenen of laten uitvoeren door medewerkers van het verpleeghuis of het mortuarium of door de uitvaartverzorger die zij hebben gekozen.

Helpt het meehelpen bij de laatste zorg om het verlies te verwerken?

Uit onderzoek over omgaan met verlies na een overlijden blijkt dat een heel belangrijke eerste fase bij het rouwen is om te beseffen dat de dierbare werkelijk overleden is. Daarom helpt het – zeker bij een onverwacht overlijden – om de overledene nog te zien. Dit geldt ook als er maar een (klein) gedeelte van de overledene herkenbaar is. Maar ook na een lang ziekbed kan het goed voor de rouwverwerking zijn om de overledene nog één keer (samen) te wassen en kleden.
De uitvaartverzorger of mortuariumbeheerder heeft een belangrijke taak om de nabestaanden hierin te begeleiden en te ondersteunen in het verdriet.
Voor meer informatie: Landelijk Steunpunt Verlies.

Binnen welke termijn moet de zorg plaatsvinden?

Dat beslissen de nabestaanden. De mortuariumbeheerder moet echter binnen drie uur beginnen met het koelen van het lichaam van de overledene, ook als nabestaanden daartoe geen opdracht hebben verleend.

Worden kosten in rekening gebracht bij verblijf in het mortuarium?

Uit hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam dient het lichaam namelijk drie uur na het tijdstip van overlijden gekoeld te worden. Om die reden hoeft de mortuariumbeheerder geen expliciete opdracht te hebben van de nabestaanden. Deze 3 uurs termijn is vastgesteld een wetenschappelijke commissie van specialisten en materiedeskundigen.

Als nabestaanden opdracht geven om het lichaam van de overledene op te halen bij het mortuarium binnen drie uur na overlijden, dan worden geen kosten in rekening gebracht. Doen zij dat niet, dan komen de kosten voor het vereiste koelen vanaf drie uur na overlijden en het verblijf in het mortuarium voor hun rekening.

Als nabestaanden de mortuariumbeheerder opdracht geven tot wenselijke zorg, dan komt deze altijd voor hun rekening.

Waar komt de '3-uurstermijn' vandaan?

Om hygiënische redenen én ter vonservering van het lichaam dient het lichaam uiterlijk drie uur na het tijdstip van overlijden gekoeld te worden. Deze 3-uurstermijn is vastgesteld door een wetenschappelijke commissie van specialisten en materiedeskundigen. De mortuariumbeheerder start dus met koelen drie uur na overlijden, ook als hij daartoe geen opdracht heeft ontvangen van de nabestaande. De kosten die hieraan verbonden zijn inclusief de verblijfskosten in het mortuarium komen voor rekening van de nabestaande.

Geen opdracht, maar toch een factuur van de mortuariumbeheerder?

Het lichaam van een overledene moet vanwege hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam gekoeld worden vanaf drie uur na tijdstip overlijden. Deze 3 uurs termijn is vastgesteld door pathologen en materiedeskundigen van orgaandonatie. Deze koelingskosten komen voor rekening van de nabestaanden zonder dat daarvoor een specifieke opdracht is gegeven door nabestaanden. In de meeste gevallen worden deze kosten verrekend via de uitvaartverzorger die nabestaanden gekozen hebben.

Wie geeft opdracht voor het verzorgen van de overledene?

De zorginstelling geeft de mortuariumbeheerder opdracht de noodzakelijke handelingen uit te voeren. De hieraan verbonden kosten komen voor rekening van de zorginstelling.
Na het verblijf van meer dan drie uur na overlijden in het mortuarium, wordt het koelen van het lichaam noodzakelijk (om hygiënische redenen én ter conservering van het lichaam) en de kosten daarvan komen voor rekening van de nabestaanden zonder dat daarvoor een opdracht van de nabestaanden nodig is.

Vervolgens bepalen de nabestaanden wie de overledene verder verzorgt. Deze wenselijke zorg kan worden verricht door de uitvaartverzorger, de mortuariumbeheerder of de verzorgende in wooncentrum of verpleeghuis. De nabestaanden geven hiervoor expliciet opdracht.

Zijn de nabestaanden vrij in hun keuze voor een uitvaartondernemer?

Nabestaanden bepalen wie de zorg na overlijden verleent en zijn altijd vrij zijn in hun keuze voor een uitvaartondernemer. Mortuariumbeheerder en medewerkers van een zorginstelling mogen een lijst met uitvaartondernemingen in de regio overhandigen, maar zij mogen hierover niet adviseren. Indien het mortuarium wordt beheerd door een uitvaartondernemer mag deze niet vragen om de opdracht voor het verzorgen van de uitvaart.

Hoe verloopt het bij een ongeval of misdrijf waarbij de politie de overledene naar het (ziekenhuis) mortuarium heeft gebracht?

De politie geeft opdracht om het lichaam naar een forensisch mortuarium te brengen. Daar wordt onderzocht wat de doodsoorzaak is. In het geval van een misdrijf of ongeluk spreken we over een niet-natuurlijke dood. De officier van justitie moet eerst een zogenaamde verklaring van geen bezwaar afgeven, voor het lichaam verzorgd mag worden en de nabestaanden de overledene kunnen bezoeken.

De mortuariumbeheerder factureert de kosten – gemaakt tot aan het moment van vrijgeven van het stoffelijke overschot – aan de politie of gemeente. Kosten die na afgifte van de verklaring van geen bezwaar door de Officier van Justitie gemaakt worden, komen voor rekening van de nabestaanden. Bij vervoer naar het Nederlands Forensisch Instituut worden de kosten voor het retourtransport vergoed door de politie.

Zodra het lichaam is vrijgegeven, geldt de gebruikelijke procedure. Bij een thuisopbaring kan het lichaam van de overledene meteen naar huis worden overgebracht en daar worden verzorgd. De nabestaande kan ook kiezen voor verzorging, opbaren in een uitvaartcentrum van zijn keuze.

Hoe verloopt het als een overledene gevonden wordt en op verzoek van de politie naar een mortuarium wordt gebracht?

Een arts (lijkschouwer) onderzoekt de doodsoorzaak. Gaat het om een natuurlijk overlijden dan mogen nabestaanden direct bij de overledene en deze in overleg met de mortuariumbeheerder en of uitvaartverzorger laten verzorgen, overbrengen (bijvoorbeeld naar huis of een rouwcentrum) en opbaren. De kosten van de overbrenging naar het mortuarium en het verblijf daar zijn voor rekening van de nabestaanden.
Gaat het om een niet-natuurlijk overlijden dan mag er pas gehandeld worden nadat de verklaring van geen bezwaar is afgegeven door de Officier van Justitie. De mortuariumbeheerder factureert de kosten aan de politie: hij treedt als zaakwaarnemer op. Zodra het lichaam is vrijgegeven, is de nabestaande verantwoordelijk voor het stoffelijk overschot en geldt de procedure zoals hierboven omschreven.
Indien een stoffelijk overschot naar het Nederlands Forensisch Instituut wordt overgebracht dan komen de transportkosten, vice versa, voor rekening van de politie.
Zie voor meer informatie het overzicht kostenverdeling op de website van VNG.

Contact

Heeft u vragen, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. Onderstaand treft u aan hoe u ons kunt bereiken. U kunt ook het contactformulier invullen.

Secretariaat VMG

Postadres:
Postbus 24098
3502 MB Utrecht

T (085) 049 73 94
E info@verenigingvanmortuariumbeheerders.nl

Contactformulier

    Secretariaat VMG

    Postadres:
    Postbus 24098
    3502 MB Utrecht

    Telefoonnummer
    (085) 049 73 94
    E-mail adres
    info@verenigingvanmortuariumbeheerders.nl

    Contactformulier

      VMG Logo klein

      Vereniging voor Mortuariumbeheerders
      in de Gezondheidszorg

      Postbus 24098
      3502 MB Utrecht

      T (085) 049 73 94
      E info@verenigingvanmortuariumbeheerders.nl

      VMG

      Vereniging voor Mortuariumbeheerders
      in de Gezondheidszorg

      Postbus 24098
      3502 MB Utrecht

      Telefoonnummer:
      (085) 049 73 94
      E-mail adres:
      info@verenigingvanmortuariumbeheerders.nl

      Back To Top